Steen
{{customfive}}
Het is zo’n beetje het enige punt van twist in de publieke discussie op dit moment: de tickets die het Rotterdamse Havenbedrijf aan kamerleden uitdeelt voor het concert van de Rolling Stones. Gisteren gaven Hans van den Heuvel en Leo Huberts in de Volkskrant een helder betoog waarom een kamerlid niet op z’on aanbod zou mogen ingaan: het wekt de schijn van partijdigheid. Vandaag probeert H.Welters, hoogleraar haveneconomie en oud-directeur van de Havenondernemersvereniging (ja, dat is een mond vol) die mening te weerleggen. Met weinig succes, moet ik eerlijk zeggen.
Welters geeft eerst een uitleg over op welke manier de voetbalsector weer succesvol is geworden, door ‘differentiatie van het aanbod’ en ‘een verhoging van het belevenisniveau’ (ja, dat staat er echt), om uiteindelijk aan te komen bij skyboxen, en zakenrelaties die daarin worden uitgenodigd. Daarna heeft hij het nog over evenementen bij de mosseloogst, en dat dit ‘normale evenementen’ zijn, die ‘geaccepteerd’ zijn. In het bedrijfsleven mischien, maar in de politiek? Als je als havenbedrijf nu een demonstratie geeft van een nieuwe techniek om containers te scannen kan ik me dat voorstellen dat het in het belang van de regering is. Maar wat hebben de Rolling Stones te maken met de Rotterdamse Haven?
Precies, net zoveel als de Politie iets te maken heeft met een luxe cruise op de Atlantische oceaan, of een bouwbedrijf met een workshop pottenbakken. De enige reden die een bedrijf kan hebben om iets dergelijks voor te stellen is een positieve kijk op het betreffende bedrijf van de politici. En dat mogen ze best doen, maar politici moeten ook weten waarom ze natuurlijk nooit op een dergelijk aanbod mogen ingaan.