De bel

deurbel (4k image)

De bel gaat. Het is al laat op de avond. Eigenlijk zou ik niemand weten die bij mij een reden zou hebben om nu nog aan te bellen. Ik loop richting deur. Ik aarzel. Je hoort zoveel tegenwoordig. Ik doe de voordeur voorzichtig open, maar laat de ketting erop zitten. Voor de deur staat een Somalische vrouw met een hoofddoekje. Is dit nu het Islamitische gevaar dat mij blanke bedreigt? Ik haal de deur van de ketting. Het blijkt mijn bovenbuurvrouw te zijn. Ik ken haar eigenlijk nauwelijks. Ze vraagt in gebroken Nederlands of ik haar wil helpen. Ze heeft problemen met de computer. Deze vraag had ik niet verwacht. Ik moet wel even wat schoenen aan doen, moppel ik. Ik loop met haar mee naar haar woning. Er staat een box zonder baby, ook haar man is er niet. Ze wil muziekbestanden beluisteren, maar dat lukt dus niet. Ik ken de software niet. Ik herken ook het probleem niet. Pruts wat met de p.c., maar het helpt niets. Ik ga onverichterzake weer terug naar mijn huis. “Geeft niets,” zegt mijn bovenbuuf nog. Ik bedenk me op de terugweg dat de vanzelfsprekendheid om bij een probleem bij je buren aan te kloppen heel mooi is. Daar kan onze maatschappij gericht op de individu het weer mee doen.

Comments are closed.