Bram Vermeulen
September 5th, 2004Bram Vermeulen is dood. Iemand biedt een dag nadat dit bekend is gemaakt cd’s van Neerlands Hoop aan via Markplaats. Dit is goed fout!
Bram Vermeulen is dood. Iemand biedt een dag nadat dit bekend is gemaakt cd’s van Neerlands Hoop aan via Markplaats. Dit is goed fout!
En vandaag, in de serie van bezienswaardigheden in Budapest de De Monumenten op de Gellert-heuvel.
Hoog boven Budapest torent een eclectisch figuur met palmblad en een oude man met een kruis: dit zijn respectievelijk het vrijheidsmonument en het Gellert-monument. Beide zijn gigantische beelden, en beide zijn zeker een bezoekje en een klim waard. Er loopt een asfaltweg langs de achterkant van de Gellert-heuvel (waar beide monumenten op staan) waar vast wel een bus langs gaat, maar echte mannen (en vrouwen) klimmen natuurlijk. Bij voorkeur bij nacht, voor het mooie uitzicht. Neem wel een zaklamp of stalen zenuwen mee, want de verlichting rond de wandelpaden is niet altijd zo goed als de verlichting op de beelden. Als je ‘s ochtends vroeg bent kun je de wandelaars die de weg niet meer konden vinden en moesten overnachten in een struik horen snurken. Het Gellert-monument is het eerste wat je (als je tenminste het juiste pad volgt) zult tegenkomen: een 11 meter hoog beeld van een elfde-eeuwse bisschop die als martelaar de geschiedenis in ging doordat hij door tegenstanders in een dichtgetimmerde ton langs deze berg de Donau in werdt gerold. Helemaal op de top van de berg is het vrijheidsmonument gesitueerd: een viertien meter hoog monument van een jongen met een palmblad. Eigenlijk had dat palmblad een propellerblad moeten zijn , aangezien de jongen de zoon is van Admiraal Horthy, de dictator van voor de oorlog. De zoon kwam tragisch om bij een vliegtuigongeluk, maar dat feit was helemaal vergeten toen in 1945 de Russen Budapest bevrijden. Om dat heugelijke feit te vieren werdt het propellorblad vervangen door een palmblad, Russische soldaten toegevoegd aan de voet (nu vervangen door minder communistische taferelen) en klaar was Kees, of Zsigmond Kisfaludy-Strobl, in dit geval. Het is, ondanks de wat twijfelachtige geschiedenis, een indrukwekkend beeld dat zeker bij nacht je tijd (en wat foto’s) waard is.
Vandaag, in het tweede deel van artikelen over Hongarije: De Hongaarse Nationale Galerij.
De Hongaarse Nationale Galerij heeft zich ten doel gesteld om alle belangrijke Hongaarse beeldende kunst te verzamelen en tentoon te stellen. Dit doen ze binnenin het paleis in de Burcht, met een geweldige tentoonstelling waar je zeker een middag, zo niet een hele dag, mee bezig bent. Entree is gratis (of heel weinig, en nog minder als je student bent) dus ook voor zuinige Hollanders is het een ‘must’.
Hoogtepunten van de collectie zijn de gouden altaarstukken en de collectie Hongaarse moderne kunst van rond de eeuwwisseling. Het eerste is vooral fascinerend door de soms wat bizarre schilderingen op de luiken die verschillende heiligen die op een niet natuurlijke manier gestorven zijn zo duidelijk en bloederig mogelijk in beeld te brengen, maar ook voor de minder bloedliefhebbende kunstminnaar is er genoeg te zien.
De moderne kunst van rond de eeuwwisseling is ook heel interessant omdat hier duidelijk te zien is dat de Hongaren goed hebben gekeken naar de heersende trends van dat moment, maar er wel een eigen draai aan hebben gegeven. Vooral de werken van Rippl-Ronai, Laszlo en Mihaly zijn aan te raden. Laat je verder niet af leiden door het oude vrouwtje (die zich suppoost schijnt te noemen) die je door alle vertrekken heen volgt en begluurt of je in staat bent om alles in je rugzak mee te nemen: dat hoort zo in Oost-Europa; als je ze niet wilt tegenkomen moet je in je hotel blijven.
Mijn zwarte inkjetcartridge van mijn HP 840c was leeg. Ik moest iets printen, dus vanavond nog even snel naar de winkel. “Dat is dan € 28,95,” zei de verkoper. Ik betaalde braaf, maar vroeg me plotseling af waarom de printers tegenwoordig eigenlijk zo goedkoop zijn. Ik dat dus vragen. Nou rekende de jongeman mij voor: “Wij hebben een printer van € 89,-. Deze is allereerst beter. Bovendien krijgt u er een cartridge bij die halfvol is.” Pardon? Ik durfde echter geen vragen te stellen over dit beroepsgeheim. “U bespaart dan per keer, want de cartridge is goedkoper.” Dit was in totaal iets van € 15,-. “Als u nu de volgende keer beide cartridges moet vervangen kunt u het beste een andere printer kopen.” Nu heb ik iets tegen de weggooimaatschappij, ik heb net dus even zitten rekenen. Om € 89,- terug te verdienen moet ik zeker beide cartridges 6 keer vervangen, en dat is dus best vaak. Bovendien moet ik dan afstand doen van mijn printer die het naar volle tevredenheid doet. Verkoper: ik leg uw tip naast me neer! En wakkere lezer: ik ga niet klooien met alternatieve cartridges. Ook al ben ik nog zo tegen de weggooimaatschappij.
Na iets van 10 jaar trouwe dienst had mijn boodschappentas het begeven. Er zat niets anders op dan een nieuwe te kopen. Zo ging ik vandaag naar de Blokker om daar een nieuwe te kopen voor € 6,99. En er moesten boodschappen gedaan worden, dus meteen maar gebruiken die nieuwe aanwinst.
Vol trots liep ik door de supermarkt, rekende af en deed de spullen in die fijne tas. Thuis gekomen pakte ik alles uit. Heey, wat was dat? Waarom kwam de plastic tas in het buitenvak in de binnentas naar buiten steken? Aaaarghhhh…. de tas was stuk! Daar stond ik dan, helemaal perplex. De andere tas had ik 10 jaar gehad, en deze was al na 1 dag stuk.
Ik besloot dus maar snel terug te gaan naar de winkel. Ik was al aan het oefenen wat ik voor tegengeluiden ging brengen toen ik door een pad achter mijn woning naar mijn schuur liep. Ik bleef perplex staan. Waar was die gesloopte fiets? Een half jaar stond hij me in de weg, en nu foetsie! Ik had nog wel naar de vuilnisophaaldienst gebeld om de fiets morgen op te halen. Zo zat was ik het. Maar nu was hij zomaar weg. Vol verbazing liep ik door, veel gekker moet het toch niet worden.
Ik pakte mijn fiets en ging naar het centrum, op naar de Blokker. De Blokkermevrouw kwam niet met een kruisverhoor, maar zei: “Wat een pech.” Ze pakte de tas, en liep naar achteren. “We hebben alleen nog een blauwe, is dat een probleem?” “Nee,” stamelde ik. “Bewaart u de bon wel goed?” “Ja,” wist ik nog net uit te brengen. Ik was weer perplex.
Op internet staat het bewijs: knalpotten voor de Schotten.
Net voor het nieuwe schooljaar stopte mijn oude horloge er weer eens mee. Het is nu uit tussen ons, ik ben het zat. Ik heb dus een nieuwe gekocht. Voortaan ga ik door het leven met deze Casio CBX500, de prijs voor deze nieuwe tijd was overigens € 169,- € 39,-. Dat viel weer mee.
Zo! Mijn schrijfstilte op dit weblog van de afgelopen drie weken is afgelopen: eindelijk weer eens een stukje. Dat ik een beetje stil was de afgelopen tijd had natuurlijk een reden: ik was op vakantie, in Hongarije. Eerst een week in Budapest, en daarna een week lang in het zuidelijke P�cs, waar ik helaas een griepje kreeg en drie dagen lang ziek in bed heb gelegen.
Goed, aangezien er waarschijnlijk geen saaiere dingen bestaan dan ellenlange reisverslagen doe ik dat maar niet en kies ik voor een andere manier: de komende paar dagen plaats ik elke dag een nieuw deel in een reeks van korte artikelen over Hongarije. Ook handig voor diegenen die nog een keer naar Hongarije willen en alvast bij de hand willen hebben waar ze wel en niet heen moeten gaan. Vandaag het eerste deel, over de geweldige thermische Gellert-baden, in Budapest.
De Gellert-Baden
De Turken hebben Hongarije meer dan 170 jaar bezet en in die tijd een hoop dingen gebouwd (waarvan een groot deel in P�cs, waar ik dus ook ben geweest) maar voornamelijk heel veel dingen vernietigd, zoals vrijwel de hele Burcht van Budapest. Blijkbaar niet afdoende, want de Habsburgers, Hongaren zelf (tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van 1848) en uiteindelijk de Nazi’s en de Russen deden dat de eeuwen daarna nog meerdere keren. Gelukkig lieten de Turken, behalve de moskees, ook iets veel na dat veel interessanter is: Turkse baden.
Budapest ligt op een ideale plek voor thermale baden, en die zijn er dan ook in overvloed. Zonder twijfel het mooiste, beste en duurste (maar liefst 2400 forinten, ongeveer 10 euro) zijn de Gellert-baden (afbeelding bovenaan), destijds gebouwd voor de gasten van het Gellert-Hotel, maar als zelfstandig onderdeel een stuk populairder geworden. Topattracties zijn onder meer het hoofdbad, waar je jezelf in een kathedraal waant, het buitenbad, met golfslagmachine uit 1920 die om het uur het zwembad omtovert in een woeste zee, en vooral de thermale baden zelf, met een sfeer als in de Efteling en een clientele die voornamelijk bestaat uit halfnaakte oude mannen en wat minder naakte jonge mannen die elkaars gezelschap opzoeken.
Laat dit laatste je echter niet afschrikken: de thermale baden zijn fascinerend, ontzettend mooi en vooral erg ontspannend, de combinatie van een douche met een hele harde hete straal, een ijskoud bad, en de twee baden van 38 en 36(!) graden geven je het gevoel alsof je opnieuw geboren bent. Ze zijn overigens wel gescheiden, maar de vrouwelijke baden schijnen net zo mooi te zijn.
De procedure om �berhaupt in het bad te komen en je om te kleden is nog een heel gedoe: als je geen ‘cabin’ hebt betaald moet je jezelf uitkleden onder het oog van alle andere gasten en je medereizigers, en je kleren worden door een oud mannetje in een kluisje gestopt met een nummer wat je goed moet onthouden want het labeltje wat je mee krijgt heeft een ander(!) nummer. Dat nummer schrijft het mannetje namelijk binnenin het kluisje op een krijtbordje. De logica ontgaat iedereen, maar het schijnt al zo te gaan sinds de Turken, dus het zal wel goed zijn.
Burning
Voor het eerst in de geschiedenis van File Under wordt er aandacht aan een tijdschrift besteed. Dit heeft natuurlijk een reden, maar daar kom ik zo wel op. Het tijdschrift is afkomstig uit onze hoofdstad, en is getiteld That Dam! Magazine. Ze zijn inmiddels alweer toe aan de zesde editie, en deze heeft als titel meegekregen: Burning down the industry. Deze titel is (lees verder)
Wielrenners en fietsers
Je hebt mensen die zo maf zijn om actieve vakanties te houden. Ik ben zo’n iemand. Dit jaar was het een fietsvakantie in Noorwegen. Eén van mijn reisgenoten gaf mij een stuk te lezen in over het verschil tussen wielrenners en fietsers. Wielrenners gaat het om hoogtes, afstanden en tijden. De fietser gaat het om het ondergaan van de omgeving. Ik ben … (lees verder)